Bespaar makkelijk extra kosten en leg je grasmat volledig zelf! Grasmatten leggen is namelijk helemaal niet zo moeilijk. Hieronder geven we je alvast de belangrijkste informatie mee zodat je zelf aan de slag kan. Wedden dat je buren het verschil niet zullen merken? Indien je nog vragen hebt, kan je ons uiteraard steeds contacteren of kan je langskomen in ons afhaalpunt te Lede (Oost-Vlaanderen). Wens je voor je begint nog liefst een demonstratie te krijgen over hoe je de grasmatten kan leggen? Ook dat kan na afspraak!
Voorbereiding van de ondergrond
Om het beste resultaat te bekomen is het belangrijk dat je de grond goed voorbereid waarop je de graszoden wilt gaan leggen.
Start met je bodem los te maken. Dit kan je doen door je grond bijvoorbeeld te spitten. Is de ondergrond waarop je je graszoden wil aanbrengen een zware kleigrond of een te lichte zandgrond? Meng dan eventueel wat bodemverbeteraar onder de grond. Wanneer de bodem goed los is gemaakt, zorgt dat namelijk voor een betere inworteling en voor meer fijne kiemworteltjes. Hierdoor kunnen de grasmatten beter water en voedingsstoffen opnemen. Bij kleigrond spit je het beste in het najaar. In de vorstperiode die daarop volgt, krijgt de grond dan een mulle structuur en krijgt het de tijd om wat na te zakken. Alle onzuiverheden zoals stenen en wortelkruid moet je zo goed mogelijk verwijderen.
Verder raden we het af om de ondergrond na het spitten te bemesten. Door te sterke bemesting kunnen jonge wortels immers gemakkelijk verbranden. De laatste stap voordat je de grasmatten mag leggen, is de grond egaliseren. De ondergrond moet voldoende vast en egaal zijn. Dat kan je bereiken door de grond aan te lopen of aan te rollen (bijvoorbeeld met een gazonrol). Je kan de grond daarna egaliseren met een hark of het eventueel met een plank afschaven voor een mooi vlak resultaat. Eenmaal alles mooi vast en egaal is, hark je de ondergrond weer lichtjes los. Zo kan je de grasmatten bij het plaatsen makkelijker schuiven over de grond.
Grasmatten leggen
Tijd voor de grasmatten! Als je de graszoden gaat plaatsen mag de ondergrond vochtig zijn maar niet modderig. En dan: rollen maar! Zorg dat de grasmatten strak tegen elkaar liggen, waarbij je ze als een baksteen-patroon laat verspringen. Een plank kan handig van pas komen bij het leggen van de volgende banen, zo moet je niet over de vorig geplaatste grasmatten stappen en voorkom je beschadigingen of omkrullen. De zijkanten van je nieuwe gazon hebben ook aandacht nodig: vul deze zo goed mogelijk aan met grond om de randen tegen uitdroging te beschermen.
Als je grasmatten liggen zoals gewenst, moeten ze nog even stevig worden aangerold of aangelopen om het contact met de ondergrond te optimaliseren. Als dat is gebeurd, is het tijd om je nieuwe gazon te voorzien van water, liefst met behulp van een tuinsproeier. Houd je vooral niet in! De grasmaten mogen, moeten zelfs, door en door nat zijn. Blijf de graszoden gedurende drie weken, zo’n 2 à 3 maal per week water geven, liefst ’s avonds (afhankelijk van het weer). De gulden regel is: zorg dat de graszoden overdag goed vochtig zijn.
Onderhoud na leggen grasmatten
Nu is het vooral de beurt aan je nieuwe gazon om het laatste werk te doen. De periode tussen het leggen van de grasmatten en een volwaardig afgehard en ingeworteld gazon bedraagt zo’n drie weken. Het gevaar voor uitdroging wordt nadien minder groot, maar de wortels zitten nog niet diep genoeg, dus blijf wel oppassen voor extreem warm en droog weer. Het water geven moet nu wel worden verminderd om het gras tot een diepere beworteling te dwingen.